Platforming: (schijn)zelfstandige of werknemer?

04-03-21

Voor platforming bestaat op dit moment nog geen vastomlijnde definitie. Wij omschrijven platforming als volgt:

“platformwerken is het verrichten van arbeid voor loon, waarbij het platform middels een online app of website een allocatiefunctie heeft tussen de platformwerker en de organisatie of het individu dat arbeid uitbesteedt.”

De platformarbeid in Nederland is een betrekkelijk nieuw fenomeen en staat nog in de kinderschoenen. Op dit vlak van het arbeidsrecht zijn vele ontwikkelingen gaande. Zeer recent heeft het Gerechtshof Amsterdam in dit kader ten aanzien van platformonderneming Deliveroo geoordeeld over de vraag of maaltijdbezorgers van Deliveroo voor haar als zelfstandige werken, of dat zij op basis van een arbeidsovereenkomst werken.

Dat deze vraag zich lastig laat beantwoorden, bleek wel uit eerdere zaken bij de Rechtbank in Amsterdam. Waar in 2018 nog werd geoordeeld dat maaltijdbezorgers bij Deliveroo op basis van een overeenkomst van opdracht werkten, werd in 2019 door dezelfde rechtbank geoordeeld dat maaltijdbezorgers bij Deliveroo werkten op basis van een arbeidsovereenkomst.

Het Hof Amsterdam bevestigde deze laatste uitspraak. Het hof oordeelde wel dat het zijn van ondernemer op papier (lees: het hebben van een KvK-inschrijving en een BTW-nummer) een indicatie kan zijn dat op de werkverhouding geen arbeidsovereenkomst van toepassing is.

Iemand is werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst, indien aan de volgende vereisten is voldaan: 1) er is een verplichting tot het verrichten van arbeid 2) in dienst van een ander, waarbij die ander 3) een verplichting heeft tot het betalen van loon en 4) de arbeid wordt verricht gedurende een zekere tijd.

Het hof onderzoekt of de overeenkomst tussen Deliveroo en haar maaltijdbezorgers aan voornoemde vereisten voldoet. Zij komt tot de conclusie dat dit het geval is, maar beoordeelt de gezagsverhouding, of de bezorgers in dienst van Deliveroo werken, op een vrij nieuwe manier.

Voor het antwoord op de vraag of de maaltijdbezorgers in dienst zijn van Deliveroo, heeft het hof gekeken of het bezorgen van maaltijden een kernactiviteit is van Deliveroo, of dat het ten minste behoort tot de ‘gewone bedrijfsarbeid’. Een kernargument van Deliveroo was dat haar kernactiviteit niet het bezorgen van maaltijden is, maar dat zij een IT-bedrijf is. Het Hof Amsterdam oordeelde in dit verband anders en kwam tot de conclusie dat het bezorgen van maaltijden – zoals Deliveroo zelf op haar website aangeeft – ‘het hart van de organisatie is’. Het hof concludeerde uiteindelijk dat de maaltijdbezorgers werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Inmiddels heeft Deliveroo aangekondigd in cassatie te gaan tegen deze uitspraak. Iedere arbeidsrechtjurist in Nederland kijkt reikhalzend uit naar het oordeel van de Hoge Raad.

Inmiddels zijn ook de eerste stappen tegen andere platforms begonnen. Nadat het Hof van Justitie eerder al oordeelde dat chauffeurs van Uber in het Verenigd Koninkrijk geen zelfstandige, maar ‘worker’ zijn, concludeerde de inspectie SZW dat Temper, een ander platform in Nederland, aangemerkt moet worden als uitzendbureau. Inmiddels is de FNV ook een rechtszaak begonnen om Temper door de rechter als uitzendbureau te kwalificeren.

Wij zullen je in de toekomst op de hoogte houden van de ontwikkelingen op dit gebied.